
Thema 16 - Klas 3.7
Instrumentale waarnemingen
Instrumentale waarnemingen zijn waarnemingen die je doet met
een instrumentaal, dit klopt ook eigenlijk altijd. Je kunt bijvoorbeeld
een temperatuur meten met een thermometer, of het gewicht met een
weegschaal. Maar bijvoorbeeld ook het geluid met een decibelmeter of
de snelheid met een snelheidsmeter. Dit zijn allemaal instrumentale
waarnemingen.
Zintuigelijke waarnemingen
Zoals de naam al zegt, zintuigelijke waarnemingen doe je met behulp
van je zintuigen. Dus bijvoorbeeld zien, ruiken en voelen. Bijvoorbeeld
als je iets lekker vind ruiken neem je dat waar met het zintuig ruiken,
of terwijl je neus. Het koud of warm hebben is ook een zintuigelijke
waarnemingen, dit voel je.
Theoretische geladen waarnemingen
Deze waarnemingen zijn waarnemingen die je doet met een stukje
theorie. Een voorbeeld is als je zegt dat je een kracht ziet werken. Dit
is een waarneming die je zelf doet maar er zit ook een stukje theorie in.
Objectieve waarnemingen
Dit zijn waarnemingen die je kunt testen of ze aan de eisen voldoen. Bijvoorbeeld als er gezegd word dat we vandaag meer lessen hebben als gister. Dit kun je zelf testen door je rooster te bekijken.
Subjectieve waarnemingen
Dit is een waarneming waarin je je mening verwerkt. Jij vind dus iets. Bijvoorbeeld je vind dat iemand leuke schoenen aan heeft.
Bij natuurkunde is het heel belangrijk dat je dingen waarneemt, omdat het bij natuurkunde om feiten draait en je moet kunnen bewijzen wat je waarneemt. Hierbij is het dus niet handig om subjectieve waarnemingen te gebruiken. Want als je je eigen oordeel gebruikt is het niet altijd waar en dat kan je niet bewijzen. Je gebruikt de Theoretische geladen waarnemingen die gaat allemaal om feiten en dingen die je ook echt kan testen